Outplacement
Een nieuwe baan
Staat het vinden van een nieuwe baan centraal (vrijwillig of gedwongen) dan is het belangrijk om ook te investeren in extra aandacht op het gebied van arbeidsmarktoriëntatie, netwerken en solliciteren. Afhankelijk van de uitgangssituatie, voert Stroom deze begeleidingstrajecten uit in samenwerking met collega-specialisten. Bij aanvang brengen we op basis van jouw persoonlijke situatie een compleet traject in kaart, bestaande uit een passende mix van coaching, loopbaanoriëntatie en arbeidsmarktbenadering. Doel van een outplacementtraject is altijd het vinden van nieuw, passend werk (dat kan ook zelfstandigheid inhouden).
Fase 1: effectief omgaan met veranderingen
Een outplacement kent globaal drie fasen, die niet keurig lineair verlopen maar wel goed herkenbaar zijn. De eerste fase gaat over afscheid nemen van de vorige werkkring; over loslaten. Dit kan meer of minder uitgebreid aan de orde zijn. Doel is het effectief om kunnen gaan met de verandering die zich aandient of heeft aangediend.
Fase 2: van zelfbeeld naar focus
De tweede fase is de loopbaan(her)oriëntatie. Doel is het krijgen van een realistisch en actueel zelfbeeld: Wie ben ik ? Wat kan ik? en Wat wil ik?, vertaald naar focus op werk (rol, functie/beroep, branche). Bij het vinden van nieuw werk is deze concrete focus essentieel. Veel mensen hebben de neiging om juist niet te kiezen of meerdere opties open te houden. Maar hoe duidelijker iemand zijn toekomstige werk in beeld heeft en arbeidsmarktgericht kan beschrijven in een goed CV en (LinkedIn)profiel, hoe groter de kans op het vinden van werk, zelfs tegen de economische stroom in!
Fase 3: netwerken en solliciteren
Als de focus helder en duidelijk omschreven is, volgt de fase van het in kaart brengen van je persoonlijke arbeidsmarkt (de 'fit' tussen jou en je omgeving) en het leren doelgericht te netwerken en solliciteren. In deze fase, helemaal in tijden van recessie, is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan vragen als: Hoe ga ik om met tegenslag en afwijzingen? Hoe blijf ik geloven in het perspectief dat ik zie?